Alleen het vrouwtje van de boerenzwaluw broedt. Het mannetje zit in deze periode, van ongeveer 15 dagen, vaak uren op een plek in de omgeving van het nest, maar vliegt tussendoor ook naar buiten voor voedsel, of louter wellicht ook voor zijn plezier. Verlaat het vrouwtje even het nest om te jagen op insecten voor zichzelf dan houdt het mannetje het nest scherp in de gaten, om het verdedigen zo nodig tegen andere zwaluwen. Soms neemt het mannetje er dan ook een kijkje en verwondert zich over de eieren in het nest, met een vermoeden wellicht van wat komt. Een enkele keer kan het zich niet bedwingen en neemt het voorzichtig even plaats op de eieren, maar tot broeden komt het nooit. Dat is het werk van zijn partner. Snel verlaat het mannetje daarop weer van het nest. Op zijn hangplek is het daarna vaak nog druk met ongedierte verwijderen tussen zijn veren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten